Om het water te bottelen, wordt het eerst uit de bron opgepompt en daarna opgeslagen in een buffertank. Als het nodig is, beluchten of filteren bottelaars het water en ontdoen ze het van ijzer. Daarna komt het in een opslagtank terecht. Na een extra filtratie komt het mineraalwater in een vuller. In dit stadium kan er via een koolzuurinstallatie nog koolzuur (CO₂) aan het water worden toegevoegd zodat je bruisend water krijgt.
Het vullen van flessen duurt slechts een fractie van een seconde. Meteen na het vullen wordt de verpakking verzegeld. De weg die mineraalwater aflegt tussen bron en verpakking is dus zo kort mogelijk.